Menu text, no JavaScript Log in  Deze pagina in het NederlandsDiese Seite auf DeutschThis page in English - ssssCette page en FrançaisEsta página em Portuguêsnaar boventerug

 

Schunck Kettenis

In Kettenis bij Eupen leefde de oudste ons bekende voorouder Schunck. Het was een weversfamilie, waarvan de geschiedenis eng met de ups en downs van de weefnijverheid in het Land van Eupen was verbonden.

Ene Man dä hau 'n distelvink,
Häe hau ze lejver wie zie kink,
Häe hau ze lejver wie zing vrouw
En häe hau ze hange agen katzau.

Katzau = weefstoel in het plat. Waarschijnlijk een verbastering van het nederlandse woord „getouw“, want Vlaanderen was voor de Zuidelijke Nederlanden DE bakermat van de weefnijverheid.


Inleiding

Familiegeschiedenis = Streekgeschiedenis
Schunck Kettenis: Opkomst, bloei en neergang van de textielnijverheid. De laatste aktieve wever uit deze familie, Hermann Schunck, pensioneerde zich zelf en zijn weverij op 30 november 1972. Hieronder volgt vooral de geschiedenis van de wevers Schunck in Kettenis.
Schunck Heerlen: Opkomst, bloei en neergang van de steenkolendelving in Nederland.
Samen met de mijnindustrie groeide Heerlen explosief van 5000 naar 95.000 inwoners. Rond de eeuwwisseling 1900 moest bij Schunck reeds verkooppersoneel van buiten de familie worden ingezet. Zoals toen gebruikelijk was, was dit personeel intern. Met de sluiting van de Oranje-Nassau I in dec. 1974 kwam de productie van steenkool in Limburg - en daarmee in Nederland - ten einde. De N.V. A.Schunck werd in 1995 verkocht aan de fa. Berden.

De geschiedenis van de veldslagen, troonsbestijgingen, huwelijken en andere dingen, die onze staatshoofden ooit hebben gedaan, wordt pas interessant wanneer je ook weet, wat in dezelfde tijd hun onderdanen hebben gedaan. Als kapstok kun je, zowel voor de vorsten als voor de onderdanen, hun stamboom nemen. En dan daaraan al die verhalen ophangen, waaruit hun familiegeschiedenis bestaat.

Op deze pagina gaan we terug naar de wevers Schunck in Kettenis, waar onze voorvader Arnold Schunck vandaan kwam. Beide familieverhalen (Schunck Kettenis en Schunck Heerlen) zijn eng verbonden met de geschiedenis van de plaats waarin ze zich afspelen. In Kettenis was het de opkomst, bloei en neergang van de wolnijverheid in het Land van Eupen, in Heerlen de opkomst, bloei en neergang van de mijnindustrie. Zo wordt onze familiegeschiedenis veel meer: je vind er het verhaal van twee hele regio's in terug.

Waarom worden hier familiegeschiedenis en stamboom alleen via het vaderslijntje behandeld? Waarom niet bijvoorbeeld de moeder van de vader van de moeder enz.?
Bij de Schuncks en veel andere families hoef je daar niet lang naar te zoeken: niet alleen de achternaam, ook de broodwinning werd via deze lijn doorgegeven. Dat geldt zowel voor de wevers Schunck in Kettenis als voor het warenhuis in Heerlen. Pas tegen het einde kwam daar verandering in: de laatste directeur die tevens de grootste aandeelhouder was van de N.V. A. Schunck, was Christine Dohmen-Schunck. Daarom vinden we via de patriarchale lijn tegelijk de geschiedenis van de zaak en de daarmee verweven familiegeschiedenis. Een van de wevers Schunck in Kettenis laat in zijn familiekroniek duidelijk zien, dat dit voor hem hetzelfde was.


De eerste bekende generaties

De eerste voorvader Schunck die tot nu toe bekend is:

  • Henricus Schonck, † 19-03-1686 in Kettenis bij Eupen (hertogdom Limburg, tegenwoordig België).
    We weten niet, waar en wanneer hij geboren werd, hoewel sinds 1611 de pastoors verplicht waren, alle geboortes, huwelijken en sterfgevallen te registreren. (Eeuwig Edict, gedurende het Twaalfjarig Bestand van 1609 tot 1621 van de 80-jarige oorlog.)
    Ook niet welk beroep hij had. Misschien is hij van elders gekomen om in het Land van Eupen te werken. Want het was de begintijd van Eupens bloei als textielstad.
  • In 1680 werd de eerste „Feintuchmanufaktur“ in Eupen opgezet. De kleine handweverijen bleven voorlopig bestaan en profiteerden van de bloei. De meeste wevers waren toen thuiswevers, die in opdracht werkten. De afwerking gebeurde bij de ondernemer, maar allengs ging ook het weven zelf meer naar de manufacturen.
    Ideale voorwaarden voor de textielnijverheid in het Land van Eupen:

    • wol van schapen uit de Hoge Venen, die op die hoogte een uitstekende wol leverden
    • zacht moeraswater, eveneens uit het veen
    • goedkope werkkrachten

    Dit geldt eveneens voor Aken, Vaals, Monschau en Verviers.
    Het is er nog zichtbaar in de vele monumenten uit de bloeiperiode.
    Huisnijverheid, winterwerk voor boeren.
    Daarnaast gold voor Eupen gildevrijheid.
    Zware arbeidsomstandigheden (stoflongen, kinderarbeid)

    Uit de registers van de Katharinaparochie in Kettenis komen ook deze namen:

    1713 - Zuidelijke Nederlanden worden Oostenrijks, welvaart neemt wieder toe. Ook de textielnijverheid in de streek van Eupen en Verviers kwam goed op gang, vooral onder keizerin Maria Theresia.(1740-1780)


    Grote politieke veranderingen en opkomst van de industrialisering

    1789 - begin Franse Revolutie
    1794, tijdens de Franse Revolutie, werd het gebied deel van Frankrijk
    1815 - Kongres van Wenen. Land van Eupen wordt deel van de Rijnprovincie van Pruisen.
    Tegen het einde van de 19e eeuw: opkomst van kapitaal-intensieve weefindustrie, vooral in steden (veel arbeiders).
    Thuisweverij neemt af.

    • Nikolaus Severin Joseph Schunck
      06-07-1799 in Kettenis, † 13-11-1865 in Kettenis)
      De laatste gemeenschappelijke voorvader van de Belgische en de Nederlandse Schuncks. Toen hij 16 jaar oud was (Kongres van Wenen), werd het Land van Eupen deel van de Rijnprovincie van Pruisen. Hij moest andere bronnen voor zijn grondstoffen en ander afzetmarkten vinden.
      Dit maakte het steeds moeilijker, als zelfstandig handwever het hoofd boven water te houden.
      Hij stierf uiteindelijk aan stoflongen, een gevreesde weversziekte.

    1870-1873 - Even kwam er nog een laatste opleving, als gevolg van de Duitse eenheid. Maar toch stonden zijn erfgenamen onherroepelijk voor de keus:

    1. Doorgaan, maar dan wel ingrijpend moderniseren: Severin-Joseph kocht zijn mede-erfgenamen uit met de verdiensten uit de opleving en mechanseerde het bedrijf samen met zijn zoon Nikolaus.
    2. In loondienst gaan: Nikolaus, de oudste zoon, ging in Aken bij de textielfabriek Delius werken
    3. Emigreren: Wilhelm vertrok in 1863 naar Russisch Polen, Nikolaus kwam voor 3 jaar mee. Arnold dacht aan emigratie naar New Orleans, het werd Heerlen
    4. Handwever blijven als patroonwever: Arnold
    5. Iets anders gaan doen: Arnold en Ludwig appreteren wol in Hauset. Arnolds vrouw Anna Küppers zet in Heerlen een winkel op.


    Mechanische weverij Schunck in Kettenis 1895-1972

    • Severin Joseph Schunck
      ∗ 22-11-1836 in Kettenis, † 02-05-1905 in Kettenis
      1873 Severin-Joseph koopt zijn mede-erfgenamen uit. Zie verslag door Pierre J.A. Schunck
      Zijn zoon is dan al volledig medeverantwoordelijk.
    • Nikolaus Severin Joseph Schunck
      ∗ 27-03-1869 in Kettenis, † 24-06-1939 in Kettenis
      Breidt uit (nieuwe weverij achter het huis, 12 x 20 m.) en mechaniseert (10 stoelen, eerst via drijfriemen aangedreven met petroleummotor, dan met stoomlokomobiel).
      Schrijver van een familiekroniek. Citaat: „Jetzt kam Arbeit auf den Stühlen welche Anfang Juni 1895 die ersten Schüsse taten“
    • Hermann Johann Schunck
      ∗ 13-11-1907 in Kettenis, † 06-05-1988 in Eupen
      Hermann leidde de weverij van 1939 tot 1972

    Van de weefnijverheid is in Eupen en omgeving niets meer over. Maar veel monumenten, een weverijmuseum en de mensen zelf houden de herinnering aan dat verleden springlevend.

    Rechts: Fam. Schunck-Herné, 1895
    Achtergrond:
    Leo - Nikolaus - Heinrich - Josef- Luise - Fina
    Voorgrond:
    Maria - Severin Joseph - Agnes Herné - Carl (Karl)


    Contacten tussen Kettenis en Heerlen blijven bestaan.

    Een voorbeeld:

    • Fina Schunck (Gertrud Josephine)
      ∗ 20-03-1875 in Kettenis † in ?
      × Jean Libotte
    • Maria Schunck (Maria Barbara Elisabeth)
      ∗ 20-03-1873 in Kettenis † 12-04-1941 in Heerlen
      × Matthias Hubert Jozef Consten
      Maria leerde in Keulen het beroep van Kolonialwarenhändlerin.
      In 1893 begint ze in het pand van Schunck in Heerlen een koloniaalwarenzaak samen met haar zus Fina.
      Door concurrentie wordt deze winkel in 1894 gesloten.
      Zo is haar oom Arnold niet de enige Schunck gebleven, die van Kettenis naar Heerlen is gegaan.

    Rechts: Fam. Schunck-Deneffe 1909
    Achtergrond:
    Nikolaus - Joseph - August - Henriette - Greta (Gretha) Deneffe - Willy
    Voorgrond:
    Hermann - Rudolf - Maria

    Een ander voorbeeld is de vriendschap tussen Hermann en Pierre Schunck, die onder anderen hun liefde voor de genealogie deelden. (Hetzelfde is gebeurd bij hun resp. zoons Karl Heinz en Arnold, de maker van deze site).

    310
     Dubbel weefsel

    Uit de leerjaren van Nic. Schunck

    Bovendien natuurlijk hun belangstelling voor het weven - bij Hermann de broodwinning, bij Pierre een hobby, die hij van zijn opleiding tot textielingenieur had overgehouden.



    Foto's reünie Schunck Kettenis, 21 augustus 2011


    … en hun nakomelingen

     Nikolaus Severin J. Schunck
    & Gretha Deneffe