|
|
|
|
|
Limburg 1940-1945,
Hoofdmenu
Op verzoek van rector Voesten uit Heerlen hielp gemeentesecretaris A.J.G. Fleischeuer uit Oirsbeek joden. Voesten maakte vermoedelijk zowel deel uit van de groep rond pater Beatus als de groep-Bongaerts. Op 15 februari 1943 arriveerden tien joden bij de Oirsbeekse gemeentesecretaris, die, omwille van een adequate huisvesting, zijn woning liet verbouwen. Als gevolg van de infiltratie door H. Vastenhout c.s. (Englandspiel) in de groep-Bongaerts vielen Fleischeuer en de joden op 16 november 1943 in handen van de Sipo. [1]
Dat waren:
Esther Poons en haar zoon Herman uit Amsterdam; Max Wolff, zijn vrouw en hun dochter Dini uit Sittard; Nannie de Keizer uit Utrecht; Yvonne Goedhart en haar moeder Rosa Goedhart-Hanau uit Roermond; evenals Henri Schepp en zijn dochter, de weduwe Esther uit Maastricht. De meeste van deze mensen konden nauwelijks bijdragen aan hun levensonderhoud, maar gedreven door humanitaire motieven slaagden de Fleischeuers er toch in om hen allemaal te helpen. Op 16 november 1943 pakten de Duitsers Gerard en zijn helpers op. Alle Joden werden vermoord in Auschwitz en Gerard in Dachau. Zijn familie bleef achter in een penibele financiële situatie. Twintig jaar na Gerards dood werd zijn graf in Dachau ontdekt en werd zijn lichaam overgebracht naar Maastricht, waar het op 4 december 1965 werd herbegraven. In maart 1982 werd Gerard postuum onderscheiden met het Verzetsherdenkingskruis en werd er een straat in Schinnen/Oirsbeek naar hem vernoemd.
Op 12 februari 1990 erkende Yad Vashem Jan Gerard Fleischeuer en zijn vrouw, Philomène Catherine Fleischeuer-Bettonville, als Rechtvaardigen onder de Volkeren. [2]
Zijn vrouw Philomène was afkomstig uit Canne (B) en heeft de oorlog overleefd. [3#13]
Hij ligt begraven op de Erehof van de algemene begraafplaats in Maastricht. [3#25]
Adèle Jan Gerard ( Ger ) Fleischeuer staat op de Erelijst 1940-1945 van de Staten-Generaal. [3]
Voetnoten