|
|
|
|
|
Limburg 1940-1945,
Hoofdmenu
Hendrik Hubert Balter was medewerker van De Vonk, een verzetsblad van de CPN. Op 29 mei 1942 werd een verspreider van De Vonk, F.E. Scheper uit Schaesberg, gearresteerd op grond van verdenking van een fietsendiefstal. Deze wordt tot spreken gedwongen met als gevolg vele arrestaties op 30 mei 1942 w.o. Balter. [1]
Tot 30 oktober 1942 zat Hendrik Balter gevangen in Kamp Amersfoort. … Vanaf september 1944 zat hij gevangen in Dachau. Zijn kampnummer was 110696.
Na 5 dagen werd hij getransporteerd van Dachau naar Flossenbürg. [2]
Op http://www.rudi-harthoorn.nl/ staat over Hendrik Balter het volgende:
Balter, Hendrik Hubert, Schaesberg 6-8-1917, Mijnwerker
Woonachtig: Frans Erensstraat 17, Sittard
Gearresteerd: 30-5-1942
Gevangenschap in: Amersfoort, Buchenwald, Natzweiler, Dachau, Flossenbürg, Gröditz
Was Nacht-und-Nebel-gevangene.
Overleden: Gröditz 18-4-1945
Onderscheiding: Verzetsherdenkingskruis. [3]
Nacht-und-Nebel-gevangene was hij in Natzweiler. Het was de bedoeling deze gevangenen geruisloos te vermoorden door uitputtend werk en miserabele behandeling.
Bij verzetsmuseum.org lezen we:
Als op 17-4-1945 het kamp Gröditz wordt bevrijd door de Sovjets is Hendrik Balter al overleden (of een dag nadien), vermoedelijk aan tyfus. [4]
Een iets ander en veel gedetailleerder verhaal over het einde van kamp Gröditz wordt gemeld door de Stichting Sächsische Gedenkstätten [5] De feiten zijn gebaseerd op onderzoek van o.a. Beate en Serge Klarsfeld.
De kampgevangenen produceerden luchtafweergeschut voor de Kriegsmarine in een machinehal van de staalfabriek Gröditz, die behoorde tot het Flick Montan concern. De gevangenen werden in dezelfde productiehal ondergebracht. De hygiënische omstandigheden en de voeding waren slecht, zodat besmettelijke ziekten zich verspreidden, vooral tyfus.
Dan komt de ontbinding van het kamp ter sprake, vlak voor de aankomst van de Sovjetische troepen:
Agenten van de Gestapo uit Dresden hielden vervolgens op 16 april 1945 een selectie van de gevangenen, die besliste over leven en dood. De volgende dag werden degenen die nog sterk genoeg waren, ongeveer 500, te voet via Radebeul in de richting van het concentratiekamp Theresienstadt gestuurd. De zieken en zwakken werden in de vroege ochtend van 17 april op vrachtwagens van de staalfabriek naar een grindgroeve in het nabijgelegen dorp Koselitz vervoerd, waar behalve Jean en Léon nog 184 andere gevangenen door hun bewakers werden doodgeschoten en ter plaatse begraven.
Voetnoten
Voetnoten