|
|
|
|
|
|
---|
Hieronder volgt een verhaal, zoals er duizenden zijn gebeurd. Vele zijn niet bewaard gebleven. Het werd me gestuurd door iemand uit Australië, wiens vader ook bij het verzet zat. Het herinnert ons aan al die mensen, die iedere dag in de weer zijn geweest met al die kleine maar ook grote „illegale“ dingen. Soms gaat er wel eens iets mis. Juist bij die gelegenheden riskeerden zij vaak hun leven.
De mergelgroeven Bronsdalgroeve en de Vlaberg aan de Geulweg, 25 maart 1932, Meerssen-Geulhem. Tegen het einde van de oorlog zou hier een Duitse werkplaats voor de revisie van vliegtuigmotoren worden ingericht. In de buurt van dit ondergrondse deel van de kalksteenontginning bevond zich de „duikherberg“.
De jongste zus (Carla) van Pierre Schunck vertelde ooit, dat hun vader Peter, de eigenaar van de groeve, eens een groep Duitsers door het bedrijf moest rondleiden. Hij had van de duikherberg gehoord. Toen de Duitsers ook de grot wilden bezichtigen, stootte hij met een stok een paar losse brokken kalk van het plafond en zei: „We kunnen hier niet verder, want er is instortingsgevaar!“
De Duitsers wilden snel weer naar buiten en zijn nooit meer terug gekomen.
Bron van de foto: Historisch Centrum Limburg (HCL)
Dit verhaal heeft enige toelichting nodig.
Hi, to whom it may concern.
My name is Victor Grotaers and I live in Australia, north-east of Melbourne.
Mijn vader (Coen Grotaers) maakte deel uit van de (verzets-)groep in de Dölkesberrig (=Kauwtjesberg) (Duikherberg) in Geulhem en werkte ook voor Peter Schunck in de mergelgroeve, waar hij van ongeveer 1943 tot ongeveer 1946 de door stoom aangedreven drag-line bediende, die daartoe diende om de mergel af te graven en op vrachtwagens te laden. (Deze dragline had een bak van 2 kubieke meter. Ik weet dat hij door stoom werd aangedreven, omdat ik soms met hem meeging. Dan zat ik op een van die grote baksteenvormige geperste kolen, die het vuur in gingen!)
Ik heb een aantal berichten over de verzetsbeweging op het internet gezien en vele namen herkend uit de verslagen van onze ouders over wat ze tijdens hun activiteit in de beweging had gedaan.
Mijn ouders zaten allebei in het verzet. Mijn moeder kookte ook maaltijden voor de „onderduikers“ (dit woord schrijft hij in het Nederlands) en ze verborg ze onder een valse bodem in mijn kinderwagen. Ikzelf en mijn jongere broer Peter waren de camouflage! (Ik ben geboren in 1942) We leefden in het eerste huis boven aan de Bronsdalweg in Berg en Terbijt.
Op een dag reed mijn vader een vrachtwagen (ik weet niet, of die van Schunck of Wim Curfs was). Hij moest naar Kaldenkirchen in Duitsland met 172 valse „Ausweise“, om mensen uit het concentratiekamp aldaar te halen. De vrachtwagen liep op methaangas. Na het bijvullen van de vrachtwagen in Sittard ging iets mis en de vrachtwagen vloog heftig in brand, Pa werd zwaar verbrand, maar hij overleefde. Dat gebeurde op 15 maart 1944, de dag voor mijn broer Peter geboren werd.
Mijn vader is hier in Australië in 1979 gestorven.
Ik zou graag weten, of er documenten en foto's in de archieven liggen, die de deelname van onze ouders aan de verzetsbeweging bevestigen.
Many Thanks, Victor Grotaers
Wie informatie over het echtpaar Grotaers heeft, meld zich a.u.b. bij mij, ik stuur het dan door.
Hieruit ontstond een mailwisseling, waarvan niet alles hier ter zake doet. Een leuke anekdote wil ik toch nog doorgeven.
Victor heeft me laatst nog een leuk verhaal gestuurd, hoe zijn vader en zijn vrienden de Duitse wachters afleidden die waarschijnlijk vanwege bouw van de fabriek in de Bronsdalgroeve daar met hun honden rondliepen. Misschien speelde dit zich bovendien af tijdens het incident dat ze daar hebben gehad. Voor die afleiding hadden ze een spons, waarmee ze over het achterwerk van een loopse teef hadden gewreven. Die werd dan in kleine stukjes geknipt en rondgestrooid, en het zo gelegde spoor ging dan natuurlijk weg van de grot waarin de onderduikers zaten. De Duitsers hadden waarschijnlijk niet eens in de gaten, waarnaar hun hond opeens zo ijverig zocht. Maar ik vraag me wel af, wat een speurhond deed, die zelf ook een teef was. Ging die er ook achteraan, om te zien wie hier die concurrentie was?
Maar hoe leg je een spoor dat van een grotingang af leidt? Immers dan leidt de tegenovergestelde richting er juist naar toe? Daarom neem ik aan, dat er sporen werden gelegd, die DWARS op die toegangsweg stonden